Canon (richtsnoer, maatstaf, niet “vader jacob”)
Er spreekt een angst uit de roep om canons. De angst dat de volgende generatie zou vergeten wat er allemaal is gebeurd, en als ze dat vergeten zijn, dan zijn ze ons ook vergeten. Het is wel heel apart en getuigt van een collectieve creativiteit dat er een nieuwe vorm is aanvaard waarin “ de geschiedenis” moet verschijnen: een canon van onderwerpen of beelden, die moeten dienen als vensters naar het (oneindige) gebied dat er achter verborgen ligt.
In deze voorstelling van het verleden zit op een handige manier de nieuwe geschiedschrijving van wiki’s, blogs enz verpakt. Het woord venster komt als geroepen; je kan er door heen kijken, je kan het blinderen en je kunt het openzetten, zodat je als een vogel de wereld in kunt vliegen waar het venster uitzicht op biedt. Tot zover het goeie nieuws. Maar nu beginnen natuurlijk alle mannetjes en vrouwtjes die “er toe doen” over elkaar heen te vallen wat de vensters in die canon worden. Want hier komt weer de angst opzetten dat de eigen geschiedenis niet door de ander erkend zal worden. Bovendien verdenk ik de meeste canon proclemateurs ervan dat ze stiekem graag in de geschiedenisboekjes terecht willen komen als de vormgever van de vaderlandse geschiedenis. Net zoals van Dale nu staat voor een goed woordenboek. Terwijl deze man, ver van het gedruis van de grachtengordel, jaren lang eentonig werk verrichtte in een niet bepaald van cultuur opspattend gedeelte van het land.
Ik ben dan ook bang dat er zoveel canons (met de bijbehorende ruzies) zullen verschijnen dat de jeugd zich geeuwend afwendt en verder zapt.